HIV-1 diagnose bij kinderen < 18 maanden
Specificaties van de testen
- Xpert HIV-1 Qual XC
METHODE
Xpert HIV-1 Qual XC is een in vitro nucleïnezuuramplificatietest voor de kwalitatieve detectie van totale nucleïnezuren van HIV-1 op het geautomatiseerde GeneXpert-systeem van Cepheid.
De GeneXpert automatiseert en integreert monstervoorbereiding, nucleïnezuurextractie en -amplificatie en detectie van de doelsequenties met behulp van real-time PCR met reverse-transcriptie (RT-PCR).
De HIV-1 Qual XC-test omvat reagentia voor de detectie van HIV-1-nucleïnezuren in monsters en een interne controle om een adequate verwerking van het doel te waarborgen en om te controleren op de aanwezigheid van remmers in de RT- en PCR-reacties (sample processing control, SPC). Amplificatie en detectie van HIV-1-nucleïnezuren wordt bereikt door primers en probes gericht op de sterk geconserveerde LTR-regio (long terminal repeat) en het Pol-gen (polymerase) van het HIV-1-genoom. De HIV-1 Qual XC-test controleert ook de geldigheid van het monster door detectie van het humaan hydroxymethylbilaansynthase gen (HMBS) (sample adequacy control, SAC). De reagens controle (probe check control, PCC) verifieert rehydratatie van het reagens, vulling van de PCR-buis in de cartridge, integriteit van de probe en kleuringsstabiliteit. De Sample Volume Adequacy (SVA) gaat na of het toegevoegde volume toereikend is.
SPECIFICITEIT
De test is enkel geschikt voor het opsporen van HIV-1 infecties.
GEVOELIGHEID
De analyse detecteert HIV-1 proviraal DNA en HIV-1 RNA met een LOD van 200 cp/ml.
GEBRUIK VOOR DIAGNOSE BIJ KINDEREN
De standaard aanbevelingen zijn als bijlage terug te vinden bij 'Downloads' rechts bovenaan op deze pagina.
TERMIJN VOOR RESULTAAT (TAT)
5 werkdagen
Gegevens die minimaal moeten ingevuld zijn op het aanvraagformulier:
- Persoonsidentificatie van het kind en de moeder (naam, geboortedatum, geslacht, rijksregisternummer)
- Identificatie van de aanvragende arts of laboratorium (naam, voornaam, identificatienummer en adres)
- Type staal
- Datum en bij voorkeur ook tijd van afname
- Gegevens betreffende antiretrovirale therapie (samenstelling van laatste ART, startdatum ART) van moeder en kind
- Klinische inlichtingen nuttig voor het uitvoeren van analyses en voor het interpreteren van de resultaten
- Gewenste analyse
- Datum en handtekening van de aanvragende arts/klinisch bioloog
Bij de staalafname is het belangrijk om de identiteit van de persoon te verifiëren en de bloedafnamebuisjes uniek te identificeren.
Het aanvraagformulier van de test kunt u terugvinden bij "Downloads", rechts bovenaan op deze pagina.
Staalafname voor diagnose bij een kind (enkel < 18 maanden) van moeder met een HIV-1 infectie
- Mensen hoeven niet aan bepaalde voorwaarden te voldoen voor de bloedafname
- Collecteer minimaal 3 ml EDTA bloed (paars)
(Indien geen 3 ml bloed kan afgenomen worden zal het beschikbare bloed in het laboratorium verdund worden teneinde de analyses toch te kunnen uitvoeren. Deze verdunning heeft echter een impact op de gevoeligheid van de testen.) - Meng het staal goed na afname
- Bewaar en transporteer het staal op kamertemperatuur
- Het staal moet binnen de dag na afname op het ARL toekomen, af te leveren op werkdagen (ma-vr) vóór 16u30*
* Ingeval dit niet mogelijk is, zie hieronder de instructies voor het verwerken van bloed in eigen laboratorium
Instructies voor het verwerken van bloed in eigen laboratorium
Isolatie van plasma en bewaren van restfractie
- Deze procedure moet uitgevoerd worden binnen de 24 uur na bloedafname en met gebruik van steriel materiaal
- Centrifugeer het EDTA-bloed (paars) op kamertemperatuur gedurende 10 minuten bij 1900 x g
- Breng het plasma over in een tube (screwcap tubes, 2.0 ml of 1.7 ml)
- Bewaar de restfractie in de EDTA-buis
- Vries de tube met plasma en de EDTA-buis met restfractie zo snel mogelijk in bij -20 °C
- Transporteer de tubes in gevroren toestand (met droog ijs of koelelementen) naar het ARL
- Het ontdooien van stalen tijdens het transport moet vermeden worden
Richtlijnen transport
1. Zorg ervoor dat de buisjes met het staal goed sluiten om lekken te voorkomen
Gebruik bij voorkeur buisjes met een schroefkap
Eventueel dopje en buis met parafilm omwikkelen
2. Het staal in een transportblister of koker verpakken
met vocht absorberend materiaal
3. Het geheel in een beschermende envelop of doosje plaatsen
4. Een UN3373 sticker en de vermelding ‘Biological Substances Category B’
op de verpakking aanbrengen
5. Duidelijk adresseren en de stalen zo snel mogelijk naar het laboratorium
versturen:
Aids Referentie Laboratorium - Universiteit Gent
Vakgroep Diagnostische Wetenschappen (GE32)
MRB2 – Ingang 38
Corneel Heymanslaan 10
9000 Gent
Aarzel niet om ons te contacteren (09/332 36 46) indien U verdere vragen of opmerkingen hebt omtrent het staaltransport.